dinsdag 14 augustus 2018

De EU is de ideale kop van jut

Antonio Tajani, voorzitter EP
Volgend jaar mei zijn er weer verkiezingen van leden van het Europees Parlement. Tijdens de campagne zullen de stokpaardjes weer bereden worden door de politieke partijen waarbij gekozen kan worden voor het ideaal van een federaal Europa of voor het opdoeken van de EU en alles wat daar tussen zit. De ChristenUnie staat achter Europese samenwerking maar gaat voor een realistische koers. Dat betekent lokaal organiseren wat gemeenten kunnen uitvoeren, provinciaal regelen wat regionaal moet, in Den Haag afspreken wat landelijk geregeld dient te worden en pas Europese afspraken maken als dit echt nodig of nuttig is. Voorbeelden zijn het verbeteren van de interne markt, afspraken maken over het milieu (luchtvervuiling houdt zich niet aan grenzen) en gezamenlijk optrekken op het gebied van veiligheid. Toch worden er regelmatig pogingen gedaan om bevoegdheden van de lidstaten geheel of gedeeltelijk over te hevelen naar Brussel. Zo heeft de voorzitter van het Europees Parlement, de heer Tajani (zie foto), het al langer levende idee geopperd om Europese belastingen te gaan heffen. Dat is dus geen voorstel waar de ChristenUnie achter staan en dat geldt tot nu toe ook voor de Nederlandse regering. Het probleem is dat ideeën als deze heel makkelijk worden gebruikt door Eurosceptici om te laten zien dat "Brussel" het voor het zeggen krijgt in ons land als wij niet oppassen. Daarnaast wordt dan ook meteen betoogd dat de EU zou leiden aan een democratisch tekort. Hierover heeft Tomas Vanheste van De Correspondent al in januari 2014 een ook nu nog lezenswaardig en evenwichtig artikel geschreven https://decorrespondent.nl/629/is-europa-echt-zo-ondemocratisch/29018286-bb3ce606
Sinds het Verdrag van Lissabon (2007) heeft het Europees Parlement een positie verworven die zodanig is dat het op basis daarvan niet meer te betogen is dat er een democratisch deficit zou zijn. De lage opkomst bij de verkiezingen voor de EU zouden dit nog wel kunnen onderbouwen, dus daar ligt een belangrijke taak voor politici maar ook voor de media. De berichtgeving over wat er in Brussel en Straatsburg gebeurt is vaak erg summier. Een klimverbod voor hunebedden krijgt meer exposure dan de besluitvorming in de EU. Onbekend maakt onbemind.

De onbekendheid zorgt ervoor dat de anti-EU politici ruim baan krijgen om hun eenzijdige beelden over de Unie te ventileren. Naast het reeds genoemde vermeende ondemocratische gehalte, wordt vaak betoogd dat er sprake is van geldverspilling, alleen al vanwege het enorme aantal ambtenaren. Om de zaken in perspectief te zetten; de EU telt circa 55.000 ambtenaren, wat ook ongeveer het aantal is dat de stad Parijs in dienst heeft. Nederland telt ruim 500.000 ambtenaren en zit gemiddeld gezien aan de lage kant als je naar de andere 27 lidstaten kijkt. De begroting van de EU komt uit op ongeveer 140 miljard Euro per jaar, wat neerkomt op circa 1% van het BBP van heel Europa. Alleen België overschrijdt jaarlijks de 200 miljard euro al. Een groot deel van het ontvangen geld gaat naar de landbouw (zodat deze kan voldoen aan onze veiligheids- en gezondheidsstandaarden) en naar achtergestelde gebieden, met name naar infrastructuur. In 2016 sprak ik, enkele maanden na het referendum over de Brexit, in de marge van de Conservative Party Conference in Birmingham met Thierry Baudet over de EU. Zijn scepsis is bekend en alle argumenten tegen de huidige Europese samenwerking die ik hiervoor heb genoemd (te groot en duur ambtenarenapparaat, niet democratisch, geldverspilling), kwamen voorbij. Hij vroeg mij waarom ik wel van mening ben dat wij in de Unie moeten blijven. Naast de grote voordelen van een interne markt noemde ik de vrede in Europa die al meer dan 70 jaar duurt. Volgens Prof. Peter Brecke van het Massachusetts Institute of Technology (M.I.T) heeft Europa van 1400 tot en met de Tweede Wereldoorlog gemiddeld meer dan één gewapend conflict per jaar moeten meemaken. De periode van vrede die wij momenteel meemaken is dus uniek voor de laatste zes eeuwen. De Nobelprijs voor de vrede is in 2012 niet voor niets aan de EU gegeven. En natuurlijk valt er ook wel wat af te dingen op wat er in de EU gebeurt. Zo is het het telkens verkassen van Brussel naar Straatsburg en weer terug, dat ongeveer 114 miljoen euro per jaar kost, niet te verkopen, al denken de Fransen daar anders over. Zij zouden zich moeten realiseren dat de beeldvorming uitermate belangrijk is, want die is vaak bepalend terwijl de feiten door weinigen op interesse mogen rekenen. En juist daardoor blijft de EU een ideale kop van jut!   

woensdag 30 mei 2018

Mijmeringen (vervolg)

Na mijn vorige blog willen al mijn lezers (echtgenote en kinderen) natuurlijk weten hoe het is afgelopen met de verkiezingen. Heel goed; op 33 stemmen na hadden wij een extra zetel! Natuurlijk was een derde zetel mooi geweest maar wij zeggen bij de ChristenUnie altijd dat wij voor de kwaliteit gaan in plaats van voor de kwantiteit en met drie zetels wordt dat lastiger om te zeggen. Mooi dat lijsttrekker Gerrit Weening en ervaren raadslid Oebele vd Veen verder kunnen en dat ik niet langs het UWV hoef. Hoe goed het werk ook van deze organisatie, met ex-wethouders is niet veel aan te vangen. Het zijn vaak eigenwijze types die niet echt meer plooibaar zijn. Het woord betweter kan makkelijk zijn afgeleid van (bet)onnen (wet)houd(er). Erg jammer voor collega Wietze Kooistra dat hij na drie termijnen niet door kan gaan. Hij heeft zeer hard gewerkt en heel veel bereikt, vooral in het sociaal domein. De politiek is een hard vak; ook al doe je alles goed, het is nooit een garantie dat je na verkiezingen verder mag. Ook tussentijds kan bijvoorbeeld een fout van een ambtenaar de bestuurder fataal worden. Daarom is een goed samenspel tussen wethouder en ambtenaar essentieel.

Echt fantastisch om door te kunnen en te mogen. Mijn favoriete portefeuille financiën kan ik houden, net als de mooie uitdaging die duurzaamheid heet en waarin veel reuring aanwezig zal zijn de komende tijd. Nu moeten stappen worden gezet om over niet al te lange tijd als gemeente energieneutraal te worden. Recreatie en toerisme blijft ook bij mij en daar ben ik ook blij mee. Cultuur gaat naar een collega en dat is jammer, maar het is geven en nemen bij coalitie-onderhandelingen. Europa is nog niet van mij af. Het is prachtig om de kwesties in Opsterland te kunnen combineren met het werk in Brussel bij het Comité van de Regio’s. De stem van gemeenten, die veel wat in Brussel wordt bedacht moeten uitvoeren, moet luid klinken. Veel regelgeving komt van de Europese Commissie en het is erg nuttig om bij de besluitvorming aan de voordeur te zitten om daar invloed te kunnen uitoefenen. Inmiddels heb ik geleerd dat het opbouwen van een netwerk cruciaal is. Dat lukt niet in een paar jaar dus is het heel fijn om meer tijd te krijgen om het netwerk te verbreden. Om een beetje op te scheppen heb ik een foto met Donald Tusk bij dit verhaal gezet. Wie dineert er nu elk jaar met de voorzitter van de Europese Raad? Dat zijn er vast heel veel en hij dineert misschien wel 300x per jaar met Jan en alleman, maar toch blijft het leuk. Kortom ik heb er weer zin in. Een periode met nieuwe uitdagingen en hopelijk ook meer financiële ruimte om Opsterland weer net even iets mooier te maken dan het nu al is!



maandag 12 maart 2018

Mijmeringen van een wethouder


Rond de verkiezingen komt het moment dat je als wethouder extra wordt bepaald bij je toekomst. Vooral als je nog graag een periode door zou willen, zoals in mijn geval. De eerste vraag die je kunt stellen is waarom zou je verder willen? Weken van 55 tot 60 uur zijn geen uitzondering en vele doordeweekse avonden ben je niet thuis. Waardering is er nauwelijks en kritiek des te meer. Bijna wekelijks word je beoordeeld, dan door gemeenteraad, dan weer door de pers, door ambtenaren, door de fractie en/of partijbestuur en last but not least door inwoners. Als de laatste groep iets van je vindt is dat meestal heel leerzaam maar soms ook best lastig. Vooral als je niet in de positie bent om iets aan klachten of vermeend onrecht te doen. Bijvoorbeeld bij het project snippergroen heb ik dat regelmatig aan de lijve ondervonden. Ontevreden burgers veronderstellen dat je als wethouder met één pennenstreek een juridisch onderbouwd ambtelijk besluit naast je neer kunt leggen. Zelfs leden van de gemeenteraad dichten het college soms meer macht toe dan het heeft. Zeker met de dualisering is de raad veel meer in positie gebracht. “Je ziet dat wethouders het moeilijker hebben. Zij moeten op inhoud fractie en gemeenteraad overtuigen. Is er twijfel dan vliegt de wethouder eruit”, zegt Douwe Jan Elzinga, hoogleraar staatsrecht in Groningen en als voorzitter van de verantwoordelijke staatscommissie grondlegger van het dualisme in het lokaal bestuur.

 

Toen ik in 2010 door mijn partij werd gevraagd om wethouder te worden heb ik wel even moeten nadenken. Ik had een hele goeie baan waarin ik het prima naar mijn zin had. Kiezen voor een onzekere toekomst met minder inkomen is best een grote stap. Als je nergens over struikelt mag je het vier jaar proberen en als het mis gaat is er weliswaar wachtgeld maar ondanks alle berichten hierover in de media blijkt dat toch beduidend minder riant dan velen vaak denken. Vanuit mijn geloof weet ik dat God een plan heeft met ieders leven en dus ook met het mijne. Bidden is dan de remedie en vragen of je leiding mag ontvangen bij de keuze die je moet maken. Hij sprak door mensen heen en na 26 jaar zekerheid in vaste banen durfde ik de sprong in het diepe te wagen. Daarbij vroeg ik Hem ook om mij te helpen met mijn twijfels; zou ik wel een goede wethouder zijn? Ik heb geen spijt gehad van mijn keuze. Ik ben gezegend met een zeer plezierig en collegiaal college, een kritische maar grotendeels reële gemeenteraad, buitengewoon loyale ambtenaren en een prachtige gemeente om in te werken.

 

Het werk is heel afwisselend, zeker met mijn portefeuille waar onder andere financiën, duurzaamheid, cultuur, de gemeentelijke organisatie en recreatie en toerisme deel van uitmaken. Ook mag ik actief zijn in diverse besturen, een adviesraad, een raad van toezicht en enkele andere organen waar ik als wethouder van Opsterland uit hoofde van die functie zitting deel van mag uitmaken. Ook ben ik lid van een VNG commissie waardoor ik namens alle gemeenten ook in Brussel actief mag zijn. In de loop der jaren bouw je een prachtig netwerk op met daarin veel mensen die soms ook dichtbij je zijn komen te staan. Wat werken er voor de publieke zaak toch veel gedreven en enthousiaste bestuurders en ambtenaren! Het doet mij zeer als ik zoveel lees en hoor over kritiek op politici die worden neergezet als zakkenvullers terwijl je overigens in het bedrijfsleven vaak veel meer kunt verdienen. Zij gaan juist niet voor het geld. Ambtenaren worden wel gediskwalificeerd als technocraten terwijl ik in Brussel veel gedreven mensen ontmoet die echt begaan zijn met bijvoorbeeld het milieu of immigranten.

 

De agenda voor het komende jaar is al aardig gevuld. De vraag is alleen of je na de verkiezingen en de coalitievorming zelf naar de bijeenkomsten mag of dat je opvolger dat zal gaan doen. In recente vergaderingen met bestuurders hebben wij elkaar bij het afscheid aangegeven dat wij nog niet weten of wij er de volgende vergadering ook weer bij zullen zijn. Zo is het nu eenmaal maar het blijft raar. Het gevoel dat je na intensief werken waarbij je naar een project of plan in de toekomst werkt, plotseling alles in de steek moet laten is niet plezierig. Als je echter gelooft zou het niet moeilijk moeten zijn. Het is zo voorbestemd en uiteraard is niemand onmisbaar. Ik merk echter dat ik nog moet groeien in mijn geloof en dat het Bijbelse “geen zorgen voor de dag van morgen” de ene dag dichterbij is en de andere dag wat verder van mij afstaat. Ook al moet ik dus meer vertrouwen hebben op het goede dat Hij voor mij in petto heeft, ik vraag u als lezer toch maar op woensdag 21 maart op mij (of uiteraard op één van de andere Opsterlandse ChristenUniekandidaten) te stemmen...